5 redenen waarom je hond een slechte vacht heeft
Verliest je hond veel haar of heeft hij last heeft van kale plekken of een doffe vacht? Komt je hond moeizaam door de rui? Dan is het belangrijk om te kijken wat de oorzaak is van deze problemen. Enkele van de meest voorkomende oorzaken voor een minder goede vacht zijn:
De eerste stap is te achterhalen wat de oorzaak is van de slechte vacht van je hond, je dierenarts kan je hierbij helpen. Heeft je hond last van jeuk? Jeuk is verschrikkelijk vervelend voor je hond en je dierenarts kan een afkrabsel nemen of andere testen uitvoeren om te kijken wat de oorzaak van de jeuk is. Als je dit weet dan kun je gericht je hond helpen.
Daarnaast is een regelmatige borstelbeurt heerlijk. Langharige honden borstel je bij voorkeur iedere dag, kortharige honden iedere paar dagen. Door je hond goed te borstelen verwijder je dode haren en verdeel je het huidvet over de hele huid.
Een hond met een slechte of doffe vacht kan veel baat hebben bij een bad met een goede hypoallergene en parfumvrije shampoo. Op deze manier kun je de huid en vacht goed reinigen en vuil, schilfers en parasieten verwijderen. Een goede shampoo kan ook medicinale stoffen op de huid aanbrengen en zo de huid ondersteunen. Vraag je dierenarts voor een goede shampoo en gebruik niet je eigen shampoo!
Vind je hond het spannend om in bad te gaan? Zorg in ieder geval voor een rubberen mat op de bodem zodat je hond meer houvast heeft en niet uit kan glijden. Vul je bad met 5 tot 10 centimeter water en gebruik een spons en een gieter voor de rest van je hond. Last but not least, beloon je hond met snoepjes of brokjes tijdens het in laten werken van de shampoo en blijf zelf ook ontspannen!
Let op, voor honden met een glanzende en gezonde vacht is een bad niet perse nodig.
Bron:
Naomi A Kirby, Shaleah L Hester, John E Bauer
6 feiten die je moet weten over magnesium voor paarden
Magnesium is een veelgebruikt supplement tegenwoordig, voornamelijk voor drukke of gespannen paarden. Maar wat zijn nu de belangrijkste feiten die je moet weten over het voeren van magnesium? Welke soort magnesium kies je voor je paard en wat zijn de voor- en nadelen? Hier volgen zes feiten over magnesium voor paarden.
Magnesium is een mineraal dat nodig is voor de bot opbouw, de overdracht van prikkels in het zenuwstelsel en de signaaloverdracht naar de spieren. Het draagt bij aan ontspanning van de spieren en verminderd het (het gevoel van) vermoeidheid. Verder is magnesium nodig voor de opname van calcium in de botten (60% van de magnesium in het lichaam is terug te vinden in het skelet) en voorkomt het ophoping van calcium in andere weefsels.
Magnesium speelt ook een belangrijke rol in bij de verwerking van glucose, waardoor het van invloed is op de suikerhuishouding en gewicht van het paard. Een paard haalt zijn magnesium voornamelijk uit ruwvoer en granen maar ook aan sommige soorten krachtvoer is tegenwoordig magnesium toegevoegd.
Er zijn verschillende soorten magnesium of magnesiumverbindingen verkrijgbaar als supplement voor paarden. De ene variant wordt beter opneembaar door het paard dan de ander. Vormen die het paard minder goed kan opnemen zijn magnesium-oxide, – chloride, – acetaat, –carbonaat, -sulfaat, en fosfaat. Sommige van deze hebben een laxerende werking, waarbij juist magnesium verloren kan gaan. Een vorm die goed door het lichaam wordt opgenomen is magnesium citraat. Let ook op dat je magnesium voert waar geen (goedkope) vulstoffen aan zijn toegevoegd.
Een magnesium tekort aantonen in het bloed is relatief lastig omdat maar 1% van de magnesium in het lichaam gevonden wordt in de extracellulaire vloeistof (buiten het skelet).
Een groot tekort aan magnesium kan dodelijk zijn. Bij ernstige tekorten kunnen nerveuze verschijnselen, ataxie, en uiteindelijk zelfs hartfalen voorkomen. Er zijn echter zeer weinig paarden met zulke grote tekorten. Het tegenwoordige gebruik van magnesium richt zich dan ook voornamelijk op klinische “problemen” zoals nervositeit en hoge spierspanning.
Een tekort aan magnesium kan zorgen dat de spieren moeilijk ontspannen en het paard stijf is met rijden. Een indicatie van een magnesium tekort kan verder zijn dat het paard ook in rust een hoge spierspanning heeft.
In het paardenlichaam werken calcium en magnesium nauw samen. Eenvoudig gezegd zorgt calcium voor het aanspannen van spieren en magnesium voor het ontspannen van de spieren. Een paard heeft iedere dag magnesium nodig, het wordt niet opgeslagen in het lichaam als reserve voor tijdelijke tekorten.
De perfecte verhouding tussen calcium en magnesium zou 2,5 : 1 tot 3 : 1 moeten zijn, een overschot van calcium kan de opname van magnesium in de weg staan. Let hierop met voeren, wist je bijvoorbeeld dat luzerne relatief veel calcium/fosfor (4:1) bevat?
Een paard met een slechte nierfunctie mag je alleen magnesium bijvoeren in overleg met de dierenarts. Magnesium heeft weliswaar geen invloed op de nieren, maar een overdosering kan slecht worden uitgescheiden als een paard een verminderde nierfunctie heeft.
Alhoewel magnesium al jaren populair is als supplement voor nerveuze paarden is het kalmerende effect van magnesium pas recent echt aangetoond door wetenschappelijk onderzoek. Studie door de Waltham Equine Studies Group laat zien dat magnesium de reactiesnelheid van paarden met meer dan één derde kan vertragen.
Wist je dat ook de omega-3 vetzuren EPA en DHA stress kunnen reduceren? In ons artikel over acute en chronische stress bij paarden lees je hoe deze omega-3 vetzuren kunnen helpen bij stress!
Bronnen:
http://www.equinews.com/article/importance-magnesium-horse-diets
http://www.thehorse.com/articles/27551/magnesium-supplementation-is-it-necessary
http://www.thehorse.com/articles/35764/study-magnesium-could-have-calming-effects
6 tips voor je hond tijdens de herfst!
Na de lange en vooral warme zomer is het nu weer tijd voor de herfst! De blaadjes verkleuren, de lucht is heerlijk fris. Bovendien we kunnen weer mooie lange wandelingen maken zonder dat de honden het te warm krijgen. Voor de hond zijn er echter wel wat dingen waar we rekening mee moeten houden. Met deze 6 tips kun je samen met je hond gezond genieten van de herfst!
Bij de herfst horen kastanjes en eikels. Mooi om te zien maar let op, kastanjes of eikels zijn niet bepaald gezond voor je hond. Hij kan hier buikpijn en diarree van krijgen of gaan braken. Bij het eten van grote aantallen kan je hond zelfs doodziek worden. Denk je dat je hond misschien iets opgegeten heeft tijdens de herfstwandeling? Neem dan contact op met je dierenarts voor advies.
Nu het herfst is wordt het ’s avonds weer vroeger donker. Zorg dat zowel jij zelf als je hond iets van reflectieve kleding aanhebben en dat je hond een helder lampje aan zijn band heeft. Een andere optie is een goed verlichte halsband zodat hij opvalt voor andere mensen en verkeersdeelnemers.
Vaak wordt er gedacht dat teken niet actief zijn in de herfst gezien het koude weer, maar jammer genoeg is dat niet het geval. Ook in de herfst zijn er teken te vinden dus controleer je hond ook nu goed op beten en vergeet natuurlijk ook niet jezelf na te kijken om teken beten!
Vlooien buiten overleven de winter meestal niet. Echter, vlooien in huis ontwikkelen zich goed bij een graad of 20 en nu het buiten kouder wordt zetten we binnen de verwarming aan. Niet alleen je hond vindt het aangenaam om binnen te blijven met de verwarming aan, maar vlooien ook! Behandel dus ook in de herfst je hond tegen vlooien.
De ene hond heeft een dikkere vacht dan de andere, wat betekent dat sommige honden behoefte hebben aan een jasje op koude en gure herfstdagen. Ook oudere honden of hele jonge pups kunnen een jasje fijn vinden. Let er goed op dat het jasje water- en winddicht is. Een jas kan heel hip of schattig zijn maar voor honden is de functionaliteit van de jas belangrijker dan de kleur of het materiaal. Denk bijvoorbeeld aan reflectiestrepen zodat jouw hond ook tijdens de donkere avondwandelingen in de herfst goed opvalt.
Het klinkt misschien vreemd maar met Sint-Maarten, Sinterklaas en Kerst in de aantocht lopen honden meer kans op een voedselvergiftiging. Met name chocolade is erg giftig zijn voor honden. Leer kleine kinderen dat ze niet hun snoep moeten delen of binnen het bereik moeten laten van de hond en let op als er ergens met snoep en pepernoten gestrooid is.
Als het kouder is kunnen honden behoefte hebben aan iets meer calorieën, zeker als ze nog steeds veel tijd buiten spenderen. Niet alle honden hebben behoefte aan meer voer, zeker niet als je hond al wat overgewicht heeft. Als je hier over twijfelt, neem dan contact op met je dierenarts of dierenspeciaalzaak.
Antivries is giftig: Een paar eetlepels kunnen al dodelijk zijn voor je hond. Helaas smaakt Antivries zoet en likt je hond het dus makkelijk op. Berg dus je ruitensproeivloeistof goed op en zorg ook dat je hond niet uit regenplassen drinkt bij auto’s, deze kunnen ook vervuild zijn.
9 tips om te genieten van de herfst met je hond
Het is weer herfst! Met deze 9 tips zorg je dat je samen met je hond veilig kunt genieten van de herfst. Alhoewel de zomer prachtig is, heeft de herfst ook zeker zijn voordelen. De mooie herfsttinten in het bos, de heerlijke frisse lucht en we kunnen weer mooie lange wandelingen maken zonder dat de honden het te warm krijgen. Voor je hond zijn er wel wat dingen waar we rekening mee moeten houden.
Overal zijn weer eikels, dennenappels en kastanjes te vinden. Alhoewel veel honden het leuk vinden om er mee te spelen of ze zelfs op te eten is het zaak om dit te voorkomen. In eikels zit een giftige stof, genaamd looizuur. Dit kan leiden tot buikkrampen, braken en diarree. Ook kunnen eikels, dennenappels en kastanjes bij doorslikken leiden tot een verstopping in de darmen. Dit kan vaak alleen worden verholpen met een operatie.
In de herfst wordt het ‘s avonds weer vroeger donker. Zorg dat zowel jij zelf als je hond iets van reflectieve kleding aanhebben en dat je hond een goede verlichte halsband heeft, zodat hij goed opvalt voor andere mensen en verkeersdeelnemers. Zo wordt hij niet over het hoofd gezien en kun je zelf je hond makkelijker volgen in het donker!
Het vochtige weer en het blad op de grond zorgen voor een goede basis voor schimmels en paddenstoelen om te gaan groeien. Ze zijn prachtig om naar te kijken maar je kunt ze maar beter laten staan. Dat moet je hond ook vooral doen – laat ze er niet van eten. Niet alle paddenstoelen veroorzaken hallucinaties of zijn giftig maar je kunt maar beter het zekere voor het onzekere nemen. Let dus goed op wanneer je in de bossen gaat wandelen.
Mocht je hond toch gegeten hebben van een paddenstoel? Neem dan een foto van de betreffende paddenstoel, zo weet de dierenarts hoe hij het beste je hond kan behandelen.
Ook in de herfst zijn teken nog volop aanwezig, controleer je hond dus na iedere (bos)wandeling. Vlooien blijven het hele jaar rond actief en nu je hond weer meer binnen zit en de verwarming aan staat vinden de vlooien het ook behaaglijk binnen. Gelukkig zijn er diverse manieren om zowel vlooien als teken bij je hond te bestrijden.
Heeft je hond ineens jeuk na een lange wandeling? Dan is het goed om te kijken naar herfstmijt, ook wel oogstmijt genoemd. Je kunt deze kleine oranje mijten met het blote oog zien. Ze zijn te behandelen met een goed vlooienmiddel.
Allergieën zoals die voor huisstofmijt kunnen in de herfst weer de kop opsteken. Je hond zit weer meer binnen en de lucht is droger waardoor zijn huid ook sneller geïrriteerd raakt. Kies voor een goed voer of supplement met omega-3 vetzuren om de huid van binnenuit soepeler te maken.
Op een mooie herfstdag in het bos met stokken gooien is een leuk spelletje voor de hond. Let er wel op dat takken kunnen splinteren of zelfs in zijn geheel beschadigingen geven in de mond- en keelholte van je hond. Dit kan zorgen voor vervelende ontstekingen of nare wonden. Speel dus liever met een veilig alternatief, zoals speciale werpsticks of een hondenspeeltje.
Ruitensproeiervloeistof, antivries, koelvloeistof en remolie bevatten vaak de stof ethyleenglycol. De vloeistof smaakt lekker zoet en veel dieren vinden dit aantrekkelijk. Helaas is het erg giftig! Ethyleenglycol tast de nieren aan en slechts 5 eetlepels kunnen al giftig zijn voor een middelgrote hond.
Hoe herken je een hond met ethyleenglycol vergiftiging? Braken is een verschijnsel maar ook lopen alsof hij dronken is. Als er niet tijdig wordt ingegrepen kan je hond eraan overlijden dus mocht je vermoeden dat je hond iets binnen heeft gekregen neem dan direct contact op met je dierenarts
Berg je antivries en ruitensproeivloeistof altijd direct op na het bijvullen en zorg ook dat je hond niet uit regenplassen drinkt bij auto’s, want deze kunnen ook vervuild zijn!
Over het wel of niet aantrekken van een hondenjasje zijn de meningen verdeeld. En nee, ook wij zijn geen voorstander van hondenkleding alleen maar omdat leuk zou staan, zeker niet. Echter naarmate het weer steeds kouder wordt, kan je viervoeter behoefte hebben aan een hondenjas tijdens de wandelingen. Zeker erg jonge pups, oudere honden, honden met weinig vacht of zieken honden kunnen behoefte hebben aan een waterdicht jasje als het (hard) regent of een warm jasje als het erg koud is. Zie je dat je hond je hond buiten erg bibbert dan kun je hem een plezier doen met een hondendekentje of -jasje.
Wanneer de temperaturen kouder worden kunnen honden behoefte hebben aan meer calorieën. Pas indien nodig de voeding van je hond hierop aan gedurende de herfst en winterperiode door je hond iets meer te voeren (ongeveer 10%) vergeleken met het voorjaar en de zomer. Vooral honden welke veel tijd buiten spenderen hebben extra voedingsbehoefte gedurende de herfst en winter.
Alles over antioxidanten voor je paard
Antioxidanten zijn voedingsstoffen, zoals bepaalde vitamines en mineralen, die belangrijk zijn voor de gezondheid. Ze beschermen het lichaam tegen de schadelijke effecten van vrije radicalen. Vrije radicalen zijn agressieve moleculen die ontstaan tijdens oxidatie processen in het lichaam. Hoewel vrije radicalen ook nuttige functies hebben, zoals het onschadelijk maken van indringers, kunnen ze in te grote hoeveelheden schade aanrichten. Antioxidanten neutraliseren deze vrije radicalen en voorkomen zo dat ze het lichaam beschadigen. De term ‘antioxidant’ is een verzamelnaam, net zoals ‘medicijnen’, omdat elke antioxidant zijn eigen specifieke werking heeft. Antioxidanten komen voor in voeding, maar zijn ook verkrijgbaar als supplement. Voorbeelden van antioxidanten zijn vitamine C, vitamine E, selenium en bèta-caroteen, koper, zink, co-enzym Q10 en OPC.
Het lichaam produceert zelf vrije radicalen. Dit is goed want vrije radicalen helpen het immuunsysteem verkeerde bacteriën te doden of melkzuur op te ruimen. Als reactie op externe factoren zoals fanatiek sporten, stress, vervuiling of UV-straling produceert het lichaam extra vrije radicalen. Een overmaat aan vrije radicalen kan leiden tot oxidatieve stress, wat de cellen en weefsel kan beschadigen. Het teveel aan vrije radicalen speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van chronische aandoeningen zoals bijvoorbeeld hoef- of spierbevangenheid, huidallergie, vaatziekten of luchtwegklachten en tasten het immuunsysteem aan. Antioxidanten neutraliseren de vrije radicalen en beschermen de gezonde cellen en weefsels tegen overtollige vrije radicalen.
Niet elk paard heeft dezelfde behoefte aan antioxidanten. Wilde paarden krijgen doorgaans voldoende antioxidanten binnen via hun dieet. Deze paarden grazen dagelijks vele uren en kiezen instinctief planten die rijk zijn aan vitamine E, vitamine C en plantaardige antioxidanten zoals polyfenolen en flavonoïden.
In Nederland en België worden paarden niet (meer) echt natuurlijk gehouden en er is meer lucht- en bodemvervuiling aanwezig. Daarnaast vragen wij veel meer van onze paarden. Situaties waarbij je paard zeker extra antioxidanten nodig heeft zijn:
Vers gras zit boordevol vitamine E, een krachtige antioxidant. Als je paard in de zomer iedere dag op de wei komt zal hij niet snel een tekort aan vitamine E ontwikkelen. Let wel, in de winter of op een schrale weide krijgt je paard minder vitamine E binnen. Voordroog en hooi bevat nagenoeg geen vitamine E of antioxidanten.
Daarnaast zijn er bepaalde groentes en fruitsoorten die veel antioxidanten bevatten en in kleine hoeveelheden als gezonde snack aan paarden gevoerd kunnen worden:
- Wortelen (bètacaroteen)
- Appels (vitamine C)
- Bosbessen (flavonoïden en vitamine C)
Ook kruiden kunnen antioxidanten bevatten:
In sommige paardenvoeders en supplementen worden ook antioxidanten toegevoegd. Let dan wel op het volgende:
Antioxidanten zijn cruciaal voor een gezond, sterk en vitaal paard. Zeker wanneer je paard te maken heeft met extra belasting zoals sport, stress of herstel na ziekte, is het belangrijk om zijn antioxidantbalans actief te ondersteunen.
Dietary Supplements of Vitamins E, C, and β-Carotene to Reduce Oxidative Stress in Horses: An Overview
Antioxidants and your horse
Oral vitamin E supplementation on oxidative stress, vitamin and antioxidant status in intensely exercised horses
The effect of oxidative stress during exercise in the horse
Alles wat je moet weten over de ziekte van Cushing of PPID bij paarden
Cushing, ook wel bekend als PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction), is een veelvoorkomende hormonale aandoening bij oudere paarden en pony’s. In dit artikel leggen we uit wat het precies is, hoe je het kunt herkennen, hoe het wordt vastgesteld én hoe je jouw paard zo goed mogelijk kunt ondersteunen – met aandacht voor voeding, leefstijl, supplementen en behandeling.
Allereerst, de ziekte van Cushing en PPID zijn twee verschillende benamingen voor dezelfde aandoening maar PPID is de correcte, moderne term.
PPID staat voor Pituitary Pars Intermedia Dysfunction en is een chronische neurodegeneratieve aandoening waarbij de aansturing van de hypofyse vanuit de hypothalamus verstoord raakt. De hypothalamus produceert normaal gesproken dopamine, een neurotransmitter die de activiteit van het pars intermedia (middenstuk) van de hypofyse remt. Bij oudere paarden neemt het aantal dopaminerge zenuwen in de hypothalamus af. Hierdoor ontstaat een tekort aan dopamine, waardoor de hypofyse ongeremd hormonen gaat produceren.
Met name de productie van ACTH (adrenocorticotroop hormoon) stijgt sterk. ACTH stimuleert de bijnieren om cortisol aan te maken. Dit stresshormoon verhoogt de bloedsuikerspiegel en beïnvloedt het metabolisme van eiwitten en vetten. Bij een voortdurende overproductie ontstaat een verstoring van de suikerhuishouding, afname van spiermassa en een verminderde afweer. Cushing bij paarden veroorzaakt daarom ook vaak een vergrote hypofyse.
Volgens de Equine Endocrinology Group (Frank et al., 2010) komt PPID met name voor bij paarden ouder dan 15 jaar. De aandoening is niet te genezen, maar met tijdige diagnose, medicatie en aangepast management is het ziekteproces goed te beheersen. PPID is een neurodegeneratieve aandoening waarbij het tussendeel van de hypofyse overactief wordt. Door het afsterven van dopaminerge zenuwen uit de hypothalamus ontbreekt de normale remming op de hormoonproductie in dit deel van de hersenen. Het gevolg is een overmaat aan onder andere ACTH, wat leidt tot verhoogde cortisolproductie door de bijnieren. Dit veroorzaakt een verstoring in het glucosemetabolisme, eiwitafbraak, vetverdeling en de afweer.
Ongeveer 15% tot 30% van de paarden boven de 15 jaar ontwikkelt PPID. Aanleg, leeftijd, stress en eerdere stofwisselingsproblemen (zoals EMS – Equine metabool syndroom) kunnen het risico vergroten. PPID komt iets vaker voor bij pony’s, koudbloeden en sobere rassen zoals Fjorden, Shetlanders en Haflingers, al blijft geen enkel paard uitgesloten (Frank et al., 2010).
Alle paarden van 15 jaar en ouder kunnen dus PPID ontwikkelen. Omdat onze paarden steeds ouder worden ouder en PPID dus ook vaker voor komt is er veel meer aandacht voor de ziekte. PPID heeft een complex ziektebeeld en verandert langzaam. Het duidelijkste symptoom is een lange en krullerige vacht en heel slecht willen verharen. Meestal is je paard dan al in een verder gevorderd stadium van PPID. Wil je er op tijd bij zijn? Let dan goed op onderstaande symptomen:
Als je een of meerdere van de bovenstaande signalen herkent dat kun je het beste contact opnemen met je dierenarts. Je dierenarts kan met een eenvoudig bloedonderzoek bepalen of je paard PPID heeft. De PPID-test kan het hele jaar door gedaan worden.
De meest gebruikte test is een ACTH-bepaling in het bloed. De uitslag moet worden geïnterpreteerd in de context van het seizoen, stress en het tijdstip van de afname. In twijfelgevallen kan een TRH-stimulatie test meer duidelijkheid geven.
De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar Cushing of PPID. Dankzij deze kennis is de diagnostiek en interpretatie van testuitslagen sterk verbeterd. De Equine Endocrinology Group (EEG), een internationaal netwerk van specialisten, heeft actuele richtlijnen opgesteld die dierenartsen helpen om testresultaten juist te beoordelen. Daarbij wordt onder andere gekeken naar het klinische beeld en de medische voorgeschiedenis van het paard. Deze richtlijnen zijn te vinden via de Gezondheidsdienst voor Dieren
Tip: laat je paard regelmatig testen als het ouder is dan 15, zeker als je twijfelt of milde symptomen ziet. Als je PPID in een vroeg stadium ontdekt kun je je paard beter helpen.
Ongeveer 1/3 van de paarden met PPID heeft ook last van insulinedysregulatie (ID). Het is verstandig om een aanvullende test op de glucoseconcentratie en insulineconcentratie te doen om te zien of de bloedsuikerspiegel uit balans is. Zo weet je ook of je paard een verhoogt risico loopt op hoefbevangenheid.
De standaardbehandeling bestaat uit medicatie die de stof pergolide bevat, bijv. Prascend®. Pergolide neemt de functie van dopamine over en remt de aanmaak van hormonen. Binnen enkele weken zou je verbetering in gedrag en vacht moeten merken. De dosering kan veranderen naarmate de ziekte vordert. Door middel van testen kan de dierenarts je helpen met het afstemmen van de juiste dosis.
PPID is niet te genezen, maar wel goed te managen met medicatie en goed management.
Een paard met deze aandoening kan, ondanks de diagnose, vaak nog jarenlang goed leven en functioneren. Hoewel je paard doorgaans levenslang afhankelijk is van medicatie betekent dit zeker niet dat je paard een minder goede kwaliteit van leven hoeft te hebben.
Door PPID bij het paard tijdig te herkennen en te behandelen, kan het ziekteproces afgeremd worden en worden complicaties zoals hoefbevangenheid voorkomen. De dosering van de medicatie kan in de loop der tijd aangepast worden, afhankelijk van de fase van de aandoening en het seizoen.
Let op: in de herfst en winter laten paarden met PPID vaak meer symptomen zien, zoals verandering in gedrag of vacht. Dit komt doordat de ACTH-waarden in deze seizoenen van nature stijgen. Extra alertheid en eventueel een aanpassing in medicatie of management kunnen dan nodig zijn.
De juiste voeding helpt insulineresistentie verminderen, ondersteunt het immuunsysteem en beperkt ontstekingen. Omdat de hormoonhuishouding bij PPID-patiënten verstoord is, verandert ook de manier waarop het lichaam omgaat met energie, eiwitten en suikers. Een aangepast rantsoen helpt om die processen beter te ondersteunen en draagt bij aan het behoud van spiermassa, weerstand en algeheel herstelvermogen.
Het is altijd verstandig het gewicht van je paard goed te blijven monitoren. Gewichtsverlies kan veroorzaakt worden door Cushing maar het kan ook te maken hebben met afwijkingen of slijtage van het gebit of door andere aandoeningen. Je dierenarts kan je hierin adviseren en je helpen het effect van de medicijnen te bepalen door middel van een bloedonderzoek.
Supplementen kunnen het paard ondersteunen bij het reguleren van ontstekingsreacties en het verbeteren van de weerstand. Omega-3 vetzuren uit visolie, zoals die in Balanstri Essential of Enhance, zijn met name gunstig bij PPID omdat ze bijdragen aan het verbeteren van de insulinegevoeligheid en het reduceren van laaggradige ontstekingen.
Daarnaast verbeteren de vetzuren EPA en DHA de glucosetolerantie, vooral bij paarden die een vetrijk rantsoen nodig hebben voor conditiebehoud. Een uitgebalanceerde combinatie van vetten, koolhydraten en extra ruwvoer kan bij magere paarden met PPID helpen om verantwoord op gewicht te blijven.
Let op: supplementen vervangen geen medicatie, maar kunnen je paard wel goed ondersteunen.
Stress vermijden is voor ieder paard essentieel natuurlijk. Voor een paard met de aandoening PPID is dit extra belangrijk. Zorg voor:
Houd een dagboekje bij over gedrag, eetlust en afwijkende verschijnselen. Zo kun je snel inspelen op veranderingen.
PPID is nog niet te genezen, maar met medicatie is de ziekte in veel gevallen goed te behandelen. Door het gebruik van dopamine-agonisten wordt de overmatige hormoonproductie in het hersenaanhangsel geremd. Hierdoor neemt het risico op complicaties zoals hoefbevangenheid en verminderde prestaties aanzienlijk af.
Daarnaast speelt aangepast management een cruciale rol. Denk aan suikervrije voeding, gecontroleerde weidegang, en ondersteuning met senior voer dat rijk is aan aminozuren, olie en vitamine E – voedingsstoffen waar oudere paarden vaak extra behoefte aan hebben. Ook regelmatige hoefverzorging, tandarts behandelingen en snelle wondverzorging maken onderdeel uit van een succesvolle aanpak.
Testen vormt de basis voor goede zorg. Hoe eerder je weet dat je paard PPID heeft, hoe beter je kunt inspelen op symptomen en risico’s. Laat paarden vanaf 15 jaar daarom jaarlijks testen, zeker als er subtiele signalen zijn.
Heb je vragen over supplementen of ondersteuning? Neem gerust contact op, of overleg met je dierenarts. Bij Balanstri denken we graag mee over de praktische invulling van voeding en supplementen bij chronische aandoeningen.
Arthritis in horses
Arthritis is progressive and permanent deterioration of articular cartilage, the specific type of cartilage that lines the ends of bones where they come together to form a joint, such as your horse’s fetlock. Healthy articular cartilage provides a smooth, slippery surface that allows free movement and contributes to the shock-absorbing properties of the joint. As arthritis sets in, articular cartilage becomes compromised, which disrupts the normally smooth surface, causing stiffness and discomfort.
Arthritis is one of the most common conditions that affect performance and pleasure horses. In fact, arthritis is believed to be responsible for up to 60% of all lameness. The joints most often affected by arthritis include the knee, fetlock, coffin, hock, and pastern (where it is often referred to as “ringbone”).
A horse that appears stiff with uneven gaits and a shortened stride could be displaying signs of arthritis pain. Reluctance to pick up, keep, or change a lead in the canter or lope may also be signs of arthritis. In addition, horses that work at speed, such as jumpers, reiners, and barrel horses, may become unwilling to stop or turn. If you have started to notice some of these signs in your own horse, be sure to talk with your veterinarian.
Diagnosis begins with a complete history and physical examination by a veterinarian, including palpation. Next, the veterinarian observes the horse for soundness (with and without flexion tests) while jogged in-hand, lunged, and/or ridden. Nerve blocks may be helpful in localizing arthritis pain. Once a problem in a particular joint is identified, it may be examined further through X-rays (radiography), ultrasound, bone scan (nuclear scintigraphy), CT scan, and/or MRI.
If your horse has been diagnosed with arthritis, prescription medications may be an important part of your horse’s treatment and management program. Consult with your veterinarian to see if your horse could benefit from intra-articular (IA), intravenous (IV) and/or intramuscular (IM) joint medications.
When it comes to supporting healthy joints, many veterinarians agree that there is a role for both prescription joint medications and oral joint supplements. While prescription medications are designed to help reduce inflammation and treat the signs of joint problems, oral joint supplements provide key ingredients like glucosamine, chondroitin sulfate, and hyaluronic acid (HA) to offer daily support for healthy joint fluid and tissues.
In fact, an eight-year study demonstrated that the use of an oral glucosamine/chondroitin sulfate supplement resulted in the decreased need for IA hock injections to maintain soundness in a group of hunter/jumper show horses. While this particular study refers to the injection of hyaluronic acid and/or steroids directly into the joint, the researchers’ findings support the general idea that there is a place for both prescription injectables and daily oral supplements when it comes to maintaining your horse’s joint health.
Artrose bij honden - wat je als eigenaar moet weten
Artrose is een veelvoorkomende aandoening bij honden. Vooral oudere honden krijgen ermee te maken maar ook jongere dieren met erfelijke aanleg of met een blessure lopen een verhoogd risico. Voor veel hondeneigenaren roept dit vragen op: hoe herken je artrose, wat kun je zelf doen, en welke vormen van ondersteuning zijn er?
In dit artikel geven we een overzicht van de belangrijkste feiten en inzichten uit wetenschappelijk onderzoek. Het is bedoeld als achtergrondinformatie voor hondeneigenaren. Voor diagnose en behandeling is het altijd noodzakelijk om contact op te nemen met een dierenarts.
Artrose is een chronische aandoening van de gewrichten waarbij het kraakbeen langzaam wordt aangetast. Dit kan leiden tot stijfheid, minder soepele beweging en in sommige gevallen pijn. De gewrichten functioneren minder goed doordat het kraakbeen dunner wordt en de gewrichtsvloeistof verandert.
Belangrijk om te weten: artrose is een degeneratief proces, wat betekent dat het meestal langzaam verergert. Er bestaat op dit moment geen genezing, maar er zijn wel veel mogelijkheden om de kwaliteit van leven van honden met artrose te ondersteunen.
Honden laten vaak subtiele signalen zien. Mogelijke tekenen van artrose zijn:
Herken je één of meer van deze signalen? Dan is het belangrijk om je hond te laten onderzoeken door een dierenarts. Alleen een dierenarts kan met zekerheid vaststellen of er sprake is van artrose.
Artrose kan ontstaan door verschillende factoren:
Tegenwoordig wordt artrose bij honden vaak ondersteund met een multimodale aanpak: een combinatie van verschillende strategieën die samen met de dierenarts worden afgestemd
Een gezond gewicht is één van de belangrijkste factoren. Overgewicht kan de belasting van de gewrichten aanzienlijk vergroten. Onderzoek laat zien dat gewichtsbeheersing en aangepaste voeding een positief effect hebben op de mobiliteit van honden met artrose (Burke et al.,2025, Frontiers in Veterinary science).
Regelmatige, gecontroleerde beweging helpt om de spieren sterk te houden en de gewrichten soepel te houden. Denk aan rustige wandelingen, zwemmen of hydrotherapie. Ook fysiotherapie kan door dierenartsen of gespecialiseerde therapeuten worden ingezet (Millis, 2021, Today’s veterinary practice).
Er is veel onderzoek gedaan naar de rol van voedingsstoffen.
Niet-steroïde ontstekingsremmende middelen (NSAID’s), zoals carprofen (Rimadyl of Carporal) of meloxicam (Novacam of Metacam), worden vaak door dierenartsen voorgeschreven bij honden met artrose. Dit gebeurt altijd onder toezicht vanwege mogelijke bijwerkingen. Medicatie kan een belangrijke rol spelen maar hoort altijd onderdeel te zijn van een breder plan dat is afgestemd met de dierenarts (VCA Animal hospitals – multimodale pijnbestrijding).
Artrose bij honden is een veelvoorkomende en chronische aandoening. Hoewel het niet kan worden genezen, zijn er wel degelijk manieren om de levenskwaliteit van honden te verbeteren. Een combinatie van goede voeding, lichaamsbeweging, eventueel supplementen en begeleiding door de dierenarts vormt de basis van de huidige aanpak.
Dit artikel is een samenvatting van wetenschappelijke inzichten en bedoeld als achtergrondinformatie. Heb je het vermoeden dat je hond last heeft van artrose? Ga dan met je hond naar de dierenarts.
Artrose bij Paarden
Stel, je paard beweegt al een tijdje wat lastiger en na onderzoek stelt de dierenarts artrose vast. Dat is even heel hard slikken! Artrose is een chronische aandoening die niet te genezen is maar met het juiste management en goede ondersteuning kun je je paard wel helpen zich goed te voelen.
Artrose is een veelvoorkomende aandoening bij paarden. Het is een degeneratieve gewrichtsaandoening waarbij het kraakbeen in de gewrichten wordt aangetast. Het gewricht bestaat uit twee botten die omhuld zijn door een laagje kraakbeen met daartussen gewrichtsvloeistof. Bij paarden met artrose gaat de kwaliteit van het kraakbeen achteruit, waardoor deze laag dunner wordt en beschadigingen ontstaan. In ernstige gevallen kan het kraakbeen zelfs gedeeltelijk verdwijnen, waardoor het gewricht minder goed kan bewegen en schokken kan verdragen.
Artrose kan in het hele lichaam van het paard voorkomen, maar de meest voorkomende plaatsen zijn vaak de benen, de hals, de rug of het si-gewricht. Om artrose vast te stellen is een onderzoek van de dierenarts en röntgenopnames nodig. Het is belangrijk om artrose tijdig te herkennen en te behandelen, zodat het paard zo min mogelijk last heeft van de aandoening en comfortabel kan blijven bewegen.
Artrose kan bij paarden door verschillende factoren worden veroorzaakt:
De symptomen van artrose variëren en paarden zijn goed in het verbergen van pijn. Toch zijn er wel wat signalen waar je op kunt letten:
Let op, artrose kan alleen vastgesteld worden door een dierenarts! Een nauwkeurige diagnose omvat:
Artrose is een chronische aandoening waarbij eenmaal opgetreden schade aan het gewrichtskraakbeen niet meer goed zal herstellen. Hoewel genezing niet mogelijk is, kunnen verschillende behandelingen de symptomen verlichten en het ontstekingsproces in en rond het gewricht afremmen. In een vroeg stadium kunnen ontstekingsremmers verlichting bieden, terwijl voedingssupplementen met omega-3 vetzuren, glucosamine en chondroitine en speciaal hoefbeslag mogelijk ondersteuning bieden. Regelmatige en eventueel aangepaste beweging en een gezond gewicht helpen de gewrichten soepel te houden.
Effectief management van artrose bij paarden omvat onder andere:
Er zijn bepaalde supplementen die de gezondheid van de gewrichten kunnen ondersteunen. Let bij het voeren van supplementen wel op de kwaliteit.
Helaas is artrose niet te voorkomen, wel kun je het risico hierop verkleinen. Dit begint met de juiste training, afgestemd op de leeftijd en het niveau van je paard. Bouw de trainingen geleidelijk op om overbelasting te voorkomen. Train alleen op geschikte bodems en geef je paard voldoende vrije beweging.
Naast beweging speelt voeding een belangrijke rol. Een uitgebalanceerd dieet en een gezond gewicht verminderen de druk op de gewrichten en verkleinen het risico op slijtage. Regelmatige controle en verzorging van de hoeven ondersteunen een correcte houding en beweging, wat gewrichtsproblemen kan helpen voorkomen.
Tot slot is het cruciaal om blessures en gewrichtsletsels direct te behandelen. Een snelle en adequate aanpak vergroot de kans op een optimaal herstel en vermindert de kans op blijvende schade die kan leiden tot artrose. Je dierenarts kan je hierin adviseren.
Bronnen:
Managing and treating equine osteoarthritis
Selecteer het nieuwsbrief onderwerp voor jou