Paarden kunnen goed met warmte omgaan maar als het echt warm is in de zomer dan kan dit gevaarlijk zijn voor je paard. Oververhitting kan diarree, koliek, dehydratie en sloomheid veroorzaken. Wij geven je een aantal tips om de zomer aangenamer te maken voor je paard!
Temperatuur – wat is de comfortzone van je paard?
De thermo neutrale zone voor een paard ligt ongeveer tussen de -5˚C en de +20˚C. Dit is de zone waarbinnen je paard zijn lichaamstemperatuur op peil kan houden. Dit verschilt wel iets per paard, zo kunnen oudere dieren of heel jonge veulens, zieke paarden of paarden met een dunne of geschoren vacht wat hulp nodig hebben bij lagere temperaturen.
De optimale staltemperatuur voor volwassen paarden ligt tussen 10-15˚C en voor jonge veulens tussen de 15-20˚C. Deze temperaturen liggen veel lager dan die van bijvoorbeeld de mens. Dit komt omdat het paard erg veel warmte produceert bij de vertering van het voedsel.
Staan je paarden 24/7 buiten?
Ook in de zomer kunnen paarden prima 24/7 buiten staan. Voorwaarde is wel dat ze voldoende kunnen eten, onbeperkt vers water tot hun beschikking hebben en dat er voldoende schaduw- en schuilmogelijkheden zijn. Met echt hoge temperaturen is het voor je paard aangenaam om gedurende de nacht buiten te staan, op stal zal het minder snel afkoelen naar een voor je paard aangename temperatuur.
Met name vers water moet gemakkelijk beschikbaar zijn. Het is fijn als er 2 of meer plekken zijn waar je paard kan drinken. Controleer regelmatig of er nog voldoende water is, leidingen kunnen verstoppen of drinkbakken kunnen om gaan. Stilstaand water is een ideale voedingsbodem is voor muggen dus verschoon de drinkbakken liefst om de paar dagen. Vergeet ook niet zoutblokken aan te bieden in de paddocks of in het weiland, zeker als je paard zweet vullen ze zelf graag de verloren zouten en mineralen aan!
Schaduw
Voor je paard is het van cruciaal belang om te kunnen ontsnappen aan de directe hitte van de zon. Bomen bieden een mooie schaduwplaats maar een open inloopstal kan ook dienst doen als schaduwplek. Paarden zoeken over het algemeen liever de schaduw van bomen op als die van een schuilstal omdat er rond de bomen nog wat wind staat. Wanneer je onvoldoende of geen schaduw kunt bieden buiten dan kun je je paard op stal moeten zetten op het heetst van de dag. Zet je paard vanaf een uur of zes in de avond buiten en haal hem rond elf uur in de ochtend weer binnen.
Op stal: zorg voor een luchtstroom
De beste manier om het op stal koel te houden is de lucht in beweging te houden. Zet (indien mogelijk) twee deuren tegen elkaar open zodat er een luchtstroom ontstaat. Nog beter is het als je de mogelijkheid hebt om ventilatoren neer te zetten. Deze moeten uiteraard wel zo neergezet worden dat de ventilator en de snoeren buiten bereik van de paarden blijven. Luchtstroom speelt ook een belangrijke rol bij insectenbestrijding. Vliegen houden niet van wind en zullen minder snel op je paard gaan zitten.
Training en Cool-Downs
Uit onderzoek van de Universiteit van Guelph blijkt dat paarden tijdens trainingen veel meer last hebben van hittestress dan mensen. Door inspanning kan de lichaamstemperatuur soms wel oplopen tot 45°C. Deze warmte moet het paard zien kwijt te raken, anders raakt het oververhit. Je paard zal gaan zweten; als de koelere buitenlucht langs de vochtige huid blaast koelt het bloed af. Dit afgekoelde bloed stroomt naar de spieren, zodat ook daar de temperatuur daalt. Tijdens een training van een uur kan een paard maar liefst 10 tot 15 liter zweet produceren!
Om hittestress en schade aan de spieren te voorkomen is het dus zaak om niet allee de training zelf aan te passen maar ook het moment van training. Kies de koelste uren van de dag hiervoor: de vroege ochtend of laat op de avond. Als dit niet mogelijk is dan kun je de training verkorten. Train in plaats van 45 minuten hooguit 20 tot 25 minuten. Let daarbij goed op de ademhaling en de neusgaten. Als je ziet dat je paard opengesperde neusgaten heeft of zwaar ademt ga je rustig stappen om hem weer op adem te laten komen.
Na het (uit)stappen is het fijn om je paard compleet af te spoelen met koud of lauw water. Biedt het paard elektrolyten (zouten en mineralen) aan. Met het zweten gaan de nodige zouten verloren. Zonder voldoende natrium/zout zal het paard niet in staat zijn de normale hoeveelheid water in zijn lichaam te houden, hoeveel hij ook drinkt. Hydratatie vereist normale natriumniveaus om de juiste hoeveelheid water vast te houden.
Afkoelen met water
Niet alleen na een training is het lekker om je paard af te koelen met water, even afspoelen als het heel warm is zal ook voor de nodige verkoeling zorgen. Spoel af met koud of lauw water en begin bij de benen en werk zo naar boven. Zo kan je paard rustig wennen aan het water.
Uitdroging
Bij (extreme) warmte of intensieve training tijdens warme dagen is uitdroging een groot risico. Je kunt je paard eenvoudig checken op uitdroging door een knijptest. Pak een huidplooi op de hals vast en trek hem een stukje van het lichaam. De plooi moet snel weer terugveren, gebeurd dit niet dan ligt uitdroging op de loer. Een andere en meer betrouwbare test is het drukken van een vinger op het tandvlees boven de voortanden. De witte plek die dit vormt moet binnen 1,5 seconde of minder weer op kleur komen. Als de uitdroging erger wordt, begint de binnenkant van de mond kleverig aan te voelen. Ook plast je paard minder bij uitdroging en de urine wordt donker gekleurd.
Om je paard meer te laten drinken kun je het hooi besproeien met water met een beetje zout erdoorheen. Een andere optie is om wat appelsap door het water heen te doen zodat het wat zoeter is.
Voorkom verbranding door de zon
Een vliegendeken lijkt warm maar werkt reflecterend en geeft op deze manier wat koelte. Bovendien voorkomt de deken dat je paard verbrand. Een lichte (roze) neus en andere lichte of haarloze plaatsen kun je insmeren met een goede sunblock.