Cushing, ook wel bekend als PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction), is een veelvoorkomende hormonale aandoening bij oudere paarden en pony’s. In dit artikel leggen we uit wat het precies is, hoe je het kunt herkennen, hoe het wordt vastgesteld én hoe je jouw paard zo goed mogelijk kunt ondersteunen – met aandacht voor voeding, leefstijl, supplementen en behandeling.
Wat is de ziekte van Cushing of PPID?
Allereerst, de ziekte van Cushing en PPID zijn twee verschillende benamingen voor dezelfde aandoening maar PPID is de correcte, moderne term.
PPID staat voor Pituitary Pars Intermedia Dysfunction en is een chronische neurodegeneratieve aandoening waarbij de aansturing van de hypofyse vanuit de hypothalamus verstoord raakt. De hypothalamus produceert normaal gesproken dopamine, een neurotransmitter die de activiteit van het pars intermedia (middenstuk) van de hypofyse remt. Bij oudere paarden neemt het aantal dopaminerge zenuwen in de hypothalamus af. Hierdoor ontstaat een tekort aan dopamine, waardoor de hypofyse ongeremd hormonen gaat produceren.
Met name de productie van ACTH (adrenocorticotroop hormoon) stijgt sterk. ACTH stimuleert de bijnieren om cortisol aan te maken. Dit stresshormoon verhoogt de bloedsuikerspiegel en beïnvloedt het metabolisme van eiwitten en vetten. Bij een voortdurende overproductie ontstaat een verstoring van de suikerhuishouding, afname van spiermassa en een verminderde afweer. Paarden met PPID hebben dan ook vaak een vergrote hypofyse.
Volgens de Equine Endocrinology Group (Frank et al., 2010) komt PPID met name voor bij paarden ouder dan 15 jaar. De aandoening is niet te genezen, maar met tijdige diagnose, medicatie en aangepast management is het ziekteproces goed te beheersen. en is een neurodegeneratieve aandoening waarbij het tussendeel van de hypofyse overactief wordt. Door het afsterven van dopaminerge zenuwen uit de hypothalamus ontbreekt de normale remming op de hormoonproductie in dit deel van de hersenen. Het gevolg is een overmaat aan onder andere ACTH, wat leidt tot verhoogde cortisolproductie door de bijnieren. Dit veroorzaakt een verstoring in het glucosemetabolisme, eiwitafbraak, vetverdeling en de afweer.
Welk paard krijgt het en waarom?
Ongeveer 15% tot 30% van de paarden boven de 15 jaar ontwikkelt PPID. Aanleg, leeftijd, stress en eerdere stofwisselingsproblemen (zoals EMS – Equine metabool syndroom) kunnen het risico vergroten. PPID komt iets vaker voor bij pony’s, koudbloeden en sobere rassen zoals Fjorden, Shetlanders en Haflingers, al blijft geen enkel paard uitgesloten (Frank et al., 2010).
De symptomen herkennen
Alle paarden van 15 jaar en ouder kunnen dus PPID ontwikkelen. Omdat onze paarden steeds ouder worden ouder en PPID dus ook vaker voor komt is er veel meer aandacht voor de ziekte. PPID heeft een complex ziektebeeld en verandert langzaam. Het duidelijkste symptoom is een lange en krullerige vacht en heel slecht willen verharen. Meestal is je paard dan al in een verder gevorderd stadium van PPID. Wil je er op tijd bij zijn? Let dan goed op onderstaande signalen:
- Slecht verharen of een langere en krullerige vacht
- Hoefbevangenheid (ook in herfst of winter)
- Verminderde bespiering, vooral bovenlijn
- Bolle buik, vetophopingen rond de ogen
- Overmatig zweten en veel drinken/plassen
- Terugkerende infecties of slecht genezende wondjes
- Gedragsveranderingen of lusteloosheid
Als je een of meerdere van de bovenstaande symptomen herkent dat kun je het beste contact opnemen met je dierenarts. Je dierenarts kan met een eenvoudig bloedonderzoek bepalen of je paard PPID heeft. De PPID-test kan het hele jaar door gedaan worden.
Hoe wordt PPID vastgesteld?
De meest gebruikte test is een ACTH-bepaling in het bloed. De uitslag moet worden geïnterpreteerd in de context van het seizoen, stress en het tijdstip van de afname. In twijfelgevallen kan een TRH-stimulatie test meer duidelijkheid geven.
De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar Cushing of PPID. Dankzij deze kennis is de diagnostiek en interpretatie van testuitslagen sterk verbeterd. De Equine Endocrinology Group (EEG), een internationaal netwerk van specialisten, heeft actuele richtlijnen opgesteld die dierenartsen helpen om testresultaten juist te beoordelen. Daarbij wordt onder andere gekeken naar het klinische beeld en de medische voorgeschiedenis van het paard. Deze richtlijnen zijn te vinden via de Gezondheidsdienst voor Dieren
Tip: laat je paard regelmatig testen als het ouder is dan 15, zeker als je twijfelt of milde symptomen ziet.
Ongeveer 1/3 van de paarden met PPID heeft ook last van insulinedysregulatie (ID). Het is verstandig om een aanvullende test op de glucoseconcentratie en insulineconcentratie te doen om te zien of de bloedsuikerspiegel uit balans is. Zo weet je ook of je paard een verhoogt risico loopt op hoefbevangenheid.
Behandeling: medicijnen en meer
De standaardbehandeling bestaat uit medicatie die de stof pergolide bevat, bijv. Prascend®. Pergolide neemt de functie van dopamine over en remt de aanmaak van hormonen. Binnen enkele weken zou je verbetering in gedrag en vacht moeten merken. De dosering kan veranderen naarmate de ziekte vordert. Door middel van regelmatig testen kan de dierenarts je helpen met het afstemmen van de juiste dosis.
PPID is niet te genezen, maar wel goed te managen met medicatie en goed management.
Voeding bij PPID/Cushing
De juiste voeding helpt insulineresistentie verminderen, ondersteunt het immuunsysteem en beperkt ontstekingen. Omdat de hormoonhuishouding bij PPID-patiënten verstoord is, verandert ook de manier waarop het lichaam omgaat met energie, eiwitten en suikers. Een aangepast rantsoen helpt om die processen beter te ondersteunen en draagt bij aan het behoud van spiermassa, weerstand en algeheel herstelvermogen.
- Beperk suiker en zetmeel en kies voor een vezelrijk voer
- Kies voor hooi met een laag suikergehalte (< 10%)
- Zorg voor voldoende eiwitten in je hooi. Is dit lastig dan kun je luzerne bijvoeren
- Gebruik een balancer voor vitamines, mineralen en aminozuren
- Vermijd grote porties krachtvoer of snelle suikers
- Pas weidegang aan in het voor- en najaar en let op de suikers in het gras
Het is altijd verstandig het gewicht van je paard goed te blijven monitoren. Gewichtsverlies kan veroorzaakt worden door Cushing maar het kan ook te maken hebben met afwijkingen of slijtage van het gebit of door andere aandoeningen. Je dierenarts kan je hierin adviseren en je helpen het effect van de medicijnen te bepalen door middel van een bloedonderzoek.
Ondersteuning met supplementen
Supplementen kunnen het paard ondersteunen bij het reguleren van ontstekingsreacties en het verbeteren van de weerstand. Omega-3 vetzuren uit visolie, zoals die in Balanstri Essential of Enhance, zijn met name gunstig bij PPID omdat ze bijdragen aan het verbeteren van de insulinegevoeligheid en het verminderen van laaggradige ontstekingen.
Daarnaast verbeteren de vetzuren EPA en DHA de glucosetolerantie, vooral bij paarden die een vetrijk rantsoen nodig hebben voor conditiebehoud. Een uitgebalanceerde combinatie van vetten, koolhydraten en extra ruwvoer kan bij magere paarden met PPID helpen om verantwoord op gewicht te blijven.
- Omega-3 vetzuren (EPA & DHA) uit visolie zoals in Balanstri Essential of Enhance
- Vitamine E & selenium als antioxidanten. Balanstri bevat krachtige antioxidanten en natuurlijke vitamine E
- Zink & koper voor huid- en vachtconditie
- Probiotica voor darmgezondheid
Let op: supplementen vervangen geen medicatie, maar kunnen je paard wel goed ondersteunen.
Leefomgeving & dagelijkse zorg
Stress vermijden is voor ieder paard essentieel natuurlijk. Voor je paard met PPID is dit extra belangrijk. Zorg voor:
- Een schone, droge (schuil)stal en comfortabele ondergrond
- Regelmatige hoefverzorging
- Voldoende beweging, aangepast aan conditie
- Laat je paard scheren als de vacht te lang is en hij er last van heeft
- Eens per 6 maanden een tandartscontrole
Houd een dagboekje bij over gedrag, eetlust en symptomen. Zo kun je snel inspelen op veranderingen.
Wetenschappelijke onderbouwing
- Frank et al. (2010). Equine Endocrinology Group Guidelines
- McFarlane (2011). Equine Cushing’s disease, Vet Clin North Am Equine Pract
- Harris (2013). Feeding horses with PPID, Equine Vet Education
Samenvatting
PPID is nog niet te genezen, maar met medicatie is de ziekte in veel gevallen goed te behandelen. Door het gebruik van dopamine-agonisten wordt de overmatige hormoonproductie in het hersenaanhangsel geremd. Hierdoor neemt het risico op complicaties zoals hoefbevangenheid en verminderde prestaties aanzienlijk af.
Daarnaast speelt aangepast management een cruciale rol. Denk aan suikervrije voeding, gecontroleerde weidegang, en ondersteuning met seniorenvoer dat rijk is aan aminozuren, olie en vitamine E – voedingsstoffen waar oudere paarden vaak extra behoefte aan hebben. Ook regelmatige hoefverzorging, tandbehandelingen en snelle wondverzorging maken onderdeel uit van een succesvolle aanpak.
Testen vormt de basis voor goede zorg. Hoe eerder je weet dat je paard PPID heeft, hoe beter je kunt inspelen op symptomen en risico’s. Laat paarden vanaf 15 jaar daarom jaarlijks testen, zeker als er subtiele signalen zijn.
Heb je vragen over supplementen of ondersteuning? Neem gerust contact op, of overleg met je dierenarts. Bij Balanstri denken we graag mee over de praktische invulling van voeding en supplementen bij chronische aandoeningen.